Midden in het hart van de ‘Hautes-Pyrénées’, in de streek de Lavedan, de bakermat van de Pyreneese Berghond organiseerde de R.A.C.P. het derde ‘Conférence Mondiale sur le Chien de Montagne des Pyrénées’ in het plaatsje Argelès-Gazost.

De eerste en bijzonder interessante spreekster was Annick Sénac-Lagrange uit Frankrijk. Zij is de dochter van Bernard Sénac-Lagrange die een van de oprichters was in 1923 en ook de eerste voorzitter van de Franse club de R.A.C.P. (Réunion des Amateurs de Chiens Pyrénéens). Hij was voorzitter tot hij in 1954 op 74 jarige leeftijd overleed.
Annick Sénac-Lagrange groeide op in de Pyreneeën temidden van de Pyreneese Berghonden en de Pyreneese Herdershonden van haar ouders. Onder haar vaders beroemde kennelnaam ‘de Lucvielle’ is zij zeer gepassioneerd Pyreneese Herdershonden blijven fokken. Ook werd zij, net zoals haar vader, keurmeester. Zij bezit een enorme schat aan documenten en foto’s vanaf het begin van de vorige eeuw.
Alain Pécoult, huidige voorzitter en groot organisator van deze conferentie was dan ook zeer content dat deze ongeëvenaarde autoriteit, Annick Sénac-Lagrange, bereid was haar medewerking te verlenen aan deze conferentie. Zij leende hem vele foto’s om te kunnen publiceren in de syllabus van de conferentie. Een boekwerk van 150 pagina’s in vier talen.
Haar lezing bevatte onderwerpen aangaande de oorsprong, de geschiedenis en de verspreiding van het ras over de gehele wereld en zijn invloed op andere rassen in de eerste helft van de vorige eeuw.

 

Geschiedenis

Door de jaren heen is de grote Pyreneeër een uitmuntend beschermer geweest van de kudden en hun hoeders alsook bewakers van de Pyreneese kastelen. Door het in de mode komen van de kuuroorden in de zeventiende eeuw kreeg het ras meer landelijke bekendheid. In de bergstreken is het ras raszuiver gehouden tot 1860. Al in 1863 verscheen de eerste Pyreneese Berghond op een show.
Boeren dachten aan de pelgrims en de kuuroordbezoekers makkelijk hun (zeer jonge) puppen te kunnen verkopen en zo een nieuwe bron van inkomsten te hebben gevonden. Helaas namen zij het niet zo nauw met de typische kenmerken van het ras.
Eugène Byasson, stammende uit een oud geslacht van bergbewoners, was de eerste persoon die actie ondernam tegen deze betreurenswaardige situatie. Hij had een grote waardering voor het zuivere ras. Hij was dan ook de gids voor Theodore Dretzen die, vergezeld van de welbekende Graaf van Bylandt, in 1907 een zoektocht door de Pyreneese regionen ondernam op zoek naar typische honden. Op 1 maart 1907, te Argelès-Gazost, richtte hij de ‘Club du Chien des Pyrénées’ op.

In juli 1907 richtten drie personen uit Cauterets dr. Moulonget, J. Camajou en B. Sénac-Lagrange de ‘Pastour Club’ op. Deze club publiceerde de eerste officiële rasstandaard. Op 28 juli 1907 organiseerde de ‘Pastour Club’ een hondenshow welke een ongekend succes werd door deelname van 112 Pyreneese Berghonden waarvan 53 volwassen reuen.
De club overleefde WW I maar het ras had vele verliezen geleden en was in serieus gevaar beland.
De S.C.C. (Sociéte Centrale Canine) eiste naamsverandering van de club in mei 1923 en in juli 1923 werd de R.A.C.P. opgericht. De definitieve rasstandaard werd officieel door de S.C.C. erkend op 6 juni 1925.
De onvermurwbare inspanningen van de club en de getoonde discipline van de fokkers wierpen hun vruchten af en uitmuntende resultaten werden behaald. De meeste goede honden kunnen teruggeleid worden naar de bloedlijnen van de ‘de Soum’ kennel van de heer Cazaux-Moutou en ‘de Betpouey’ kennel van de heer R. Lasalle uit Lourdes. 

Het ras bloeit weer op en bereikt zijn top tussen 1930 en 1938. In 1938 verschijnen zelfs 228 exemplaren op de hondenshows verspreid over Frankrijk.
WW II had desastreuze gevolgen. Evenals 25 jaar daarvoor moesten de fokkers weer opnieuw beginnen vanuit een smalle fokbasis. 

Een van de honden die zijn sporen nagelaten heeft en een duidelijk positief stempel op de fokkerij in de latere veertiger jaren heeft gedrukt, is Roland de Soum. Deze fantastische hond was een van de laatste fokproducten van de heer Cazaux-Moutou. Ook behaalde hij vele eerste prijzen op de shows in de Pyreneeën, zelfs als veteraan.
Een van zijn zonen, Sultan, was ook lange tijd een van de tophonden met zijn uitmuntende bouw, zijn goed ontwikkelde borst, zijn rechte rug en goede vachtkwaliteit. Hij combineerde een zeer gemakkelijk gangwerk met een uitmuntende staartdracht. Zijn expressie alsook de vorm van zijn hoofd liet niets meer te wensen over.
In de omgeving van Parijs fokte de heer Delattre onder zijn kennelnaam ‘de Pontoise’ in deze jaren ook zeker niet onverdienstelijk.
De eerste serieuze exporten waren in de dertiger jaren naar Amerika en Engeland. De honden werden mede geselecteerd door Mlle. Perry en Bernard Sénac-Lagrange en werden met name uit de bloedlijnen van de ‘de Soum’ en ‘de Betpouey’ gevonden. Ook werden er enkele honden geëxporteerd naar Italië, België en Nederland.
Vele foto’s van de honden waar zij over sprak, werden op een beeldscherm vertoond tijdens haar lezing. 

Zij sloot haar lezing af met de conclusie dat de Pyreneese Berghond een van de meest verspreide, zoniet het meest verspreide Franse ras over de gehele wereld is. Niet vergeten moet worden dat het behoud van het oorspronkelijke type soms een outcross vereist met een hond uit het land van oorsprong. Wij weten immers dat alle diersoorten beïnvloed worden door grondgebied en klimaat. Volgens een sterk geloof van onze voorouders kan een ras alleen perfectie bereiken binnen de grenzen van zijn geboortestreek.
Laat ons hopen dat de Pyreneese Berghond zijn aloude missie kan continueren als een beschermer van de kudden op de weide in de hoge Pyreneeën en dat dit ook in de toekomst nog mogelijk mag zijn.

 

De standaard onder de loep

Dr. Guido Massimello uit Italië maakte overwegingen als keurmeester en fokker over de nieuwe standaard. Hij is veterinair chirurg en verbonden aan het Veterinaire Gezondheid Departement 4 van Turijn en onder andere gespecialiseerd in pathologie van huisdieren. Hij heeft Pyreneese Berghonden sinds 1978 en fokt onder de kennelnaam ‘du Patou de l’Hourquette’ en heeft in diverse Europese landen gekeurd.
Zijn lezing was fenomenaal. Aan de hand van zeer veel getoonde foto’s en filmpjes legde hij grote en kleine verschillen uit maar ook nuanceverschillen van zowel het correcte type als de anatomie. Kortom elk punt uit de standaard werd tot in detail onder de loep genomen.

 

Een objectieve standaard

Richard Crago uit Australië deelt zijn leven ruim dertig jaar met Pyreneese Berghonden. Hij belichtte de noodzaak voor een objectieve standaard zodat het correcte type kan blijven bestaan. Doordat er naast de FCI standaard (nr 137) ook standaards erkend zijn door de Amerikaanse - en Engelse Kennel Club en geschreven woorden vaak op meerdere manieren uitgelegd kunnen worden, kan er nog al eens verwarring ontstaan.

 

Gezondheid en genetica

Joseph Gentzel uit Amerika was op het laatste moment verhinderd door ernstige familieomstandigheden. Hij heeft en fokt de PBH sinds 1972.
Zijn lezing werd overgenomen door Keith Savage uit de U.K. en omschreef de staat van de gezondheid en de genetica. Met name werd er toelichting gegeven over Chondrodysplasie (verdwerging). Joe sloot zijn lezing af met de woorden ‘Educatie en het met elkaar delen van informatie zijn de sleutels tot de genetische problemen. Wij zijn slechts de tijdelijke hoeders van onze Pyreneese Berghonden. Koester en bewaak hun gezondheid en hun erfelijkheid naar uw beste eer en geweten. Het zijn unieke dieren, direct aan ons toevertrouwd vanuit een zeer ver verleden.’

 

Bewaker van de kudde

De Pyreneese Berghond als bewaker van de kudde. Twee benaderingen en ervaringen in Catalonië en de Franse Pyreneeën door Teresa Verdaguer uit Spanje en Gilbert Guillet uit Frankrijk.
Gilbert Guillet, een natuurmens in hart en nieren, fokt ruim twintig jaar schapen in de Ariège en was herder van 1983 tot 1996. In 1996 gaf hij zijn medewerking aan het ‘LIFE’ programma: het uitzetten van beren in de Pyreneeën. Het was voor hem duidelijk dat de Patou zijn aloude taak weer op zich zou moeten gaan nemen. Hij werkt nu in diverse werkgroepen, samen met de regering, om dat te kunnen bewerkstelligen. Hij vertelde over hetgeen inmiddels al is bereikt.

Teresa Verdaguer van de bekende Spaans kennel ‘de Tavertet’ fokt el Perro de Montaña de los Pireneos in de Catalaanse bergen. Zij wijdde haar lezing aan haar werk wat ze verricht heeft met het werken van de Pyreneese Berghond bij de kudde en de problemen daaromheen, met name de herders. Ook zij zit in werkgroepen en werkt samen met de C.E.P.M.P., de Spaanse club voor de Pyreneese Berghond.
 

Na afloop van deze onvergetelijke conferentie werd door l’Office de Tourisme (V.V.V.) aan de deelnemers een aperitiefje aangeboden. Dit gebeurde in de thermen, waar ook de door Silvie Treille georganiseerde expositie over de Pyreneese Berghond gedurende de zomermaanden had plaatsgevonden. Hierna was het tijd voor het gezamenlijke diner, waar ook de trekking van de tombola plaats vond.
Met participanten uit 18 landen van de vijf continenten was dit een  fantastische en memorabele Pyreneese dag.

In 2010 zal de  “IVe Conférence Mondiale” in Amerika georganiseerd worden. De host zal dan zijn the G.P.C.A. (Great Pyrenees Club of America).

 

Terug